Betekenis van
Laagveenlandschap: Landschap dat ontstaan is als gevolg van de winning van laagveen voor turf. Vanaf een ontginningsbasis, zoals een weg, een dijk, een oeverwal of een kanaaloever, werden voor ontwatering dwarssloten gegraven het veenmoeras in. De ontginner kreeg een vaste maat perceel van de landheer, een zgn. cope van 100×1250 m (cope-ontginning). Doordat deze maat vastlag, werd op 1250 m van de eerste ontginningsbasis een wetering gegraven voor de afwatering van het veengebied. Vanaf de wetering kon dan in principe opnieuw ontginning plaatsvinden. Zo ontstond er een zeer regelmatige strokenbebouwing. Men spreekt ook wel van het slagenlandschap. De wijze van ontginning van het veen noemt men natte ontginning. In de kavels werden brede sloten gegraven (petgaten of trekgaten). Het hieruit gebaggerde veen werd op smalle uitgespaarde stukken land te drogen gelegd tot turf. Deze smalle stroken noemde men ribben of legakkers. Het gedroogde veen werd dan per schip naar de stad gebracht. Soms ontstonden er, doordat de legakkers te smal waren, eenplassen. De legakkers werden dan bij storm weggeslagen. In deze gebieden is, mede door inklinking van de grond, vooral grasland aanwezig. Omdat de ontginners langs de ontginningsbasis of langs de wetering gingen wonen, ontstond er een langgerekt dorp met een lineaire bebouwing: het laagveenontginningsdorp. In Nederland zijn deze dorpen vooral te vinden in het Hollands-Utrechts weidegebied, in de kop van Overijssel en in Friesland.4
Meaning of
A landscape that exists through land reclamation of peat-bog. ....