Betekenis van
Zee: Zoutwaterlichaam, voor zover dit niet op een continent ligt en omgeven is door land (zoutmeren). Zeeën hebben in het algemeen een geringe diepte en grenzen meestal aan een continent. Er zijn drie soorten te onderscheiden: het eerste type is de binnenzee en wordt vrijwel geheel omsloten door land en heeft slechts een smalle verbinding met de oceaan; de tweede soort, de platzee, bevindt zich voor het grootste deel boven het continentaal plat en vormt als het ware een voortzetting van de oceaan; het derde type wordt gekenmerkt door een min of meer halfcirkelvormige begrenzing. Per jaar verdampt onder invloed van de zonnewarmte een hoeveelheid zeewater overeenkomend met een laag ter dikte van 125 cm. Via de hydrologische kringloop komt dit water weer terug. Gedeeltelijk gebeurt dit via rivieren, die behalve water, ook erosiematerialen (mineralen en zouten) aanvoeren. Als gevolg hiervan heeft de zee een hoog zoutgehalte, waardoor ze minder snel bevriest dan zoet water. Door de grote mineralenrijkdom is de zee rijk aan plankton, algen en andere organismen die aan het begin van de voedselketens staan. Behalve met rivierafzettingen, is de zeebodem bedekt met bezinksels van restanten van kalk- en kiezelskeletjes. Op veel plaatsen hebben zich geconcentreerde afzettingen van mangaan- en fosforietknollen gevormd, die echter nog nauwelijks economisch exploitabel zijn. Het water in oceanen en zeeën is voortdurend in beweging als gevolg van zeestromen, golfwerking en getijden. De economische betekenis van de zee is groot. Te denken valt in dit opzicht aan visserij, handelsmogelijkheden, zoutwinning en de voorraden olie, gas en mineralen op en onder de zeebodem. Ook zouden uit de zee alternatieve vormen van energiewinning kunnen plaatsvinden, zoals uit golven, golfstromen en natuurlijke temperatuurverschillen tussen diep water en oppervlaktewater. Op dit moment maakt men al gebruik van getijverschillen. Hoewel oceanen aan sterke vervuiling onderhevig zijn, zijn de gevolgen hiervan vooral zichtbaar in de zeeën. In kustgebieden monden immers de vaak sterk verontreinigde rivieren uit en lozen havensteden industrieel en huishoudelijk afval. In binnenzeeën is bovendien de doorstroming van water vaak beperkt. Ook laagradioactief afval wordt al tientallen jaren in zee geloosd. Ondanks een groot zelfreinigend vermogen is de zee niet meer in staat al het industriële afvalwater onbeperkt af te breken. Internationale afspraken en controle zijn in dit verband dringend noodzakelijk.4
Meaning of
Sea: