Betekenis van
Wad: Onbegroeide, zandige of kleiige plaat die evenwijdig aan de kust loopt op de grens van land en zee. De platen, die bij eb droogvallen, worden van open zee afgesloten door een strandwal of een keten van eilanden. Wadden worden doorsneden door een stelsel van kleine geulen, prielen genaamd, die zijn ontstaan door de schurende werking van afstromend water bij dalend tij. In het zeewater, dat bij vloed de zeegaten binnenstroomt, is een grote hoeveelheid sediment opgenomen. Door de sterke stroming kan alleen het grofste materiaal in de geulen en prielen bezinken; het fijnere materiaal komt pas op de bodem terecht wanneer de stroomsnelheid sterk is verminderd: tijdens de kentering van het tij. Klei blijft alleen achter op de platen waar een rustig milieu heerst. Erosie en sedimentatie vinden op de wadplaten voortdurend plaats, waarbij de sedimentatie overheerst. De erosie is vooral het gevolg van het meanderen van de prielen en geulen. Wadden vormen een rijk fourageergebied voor allerlei vogelsoorten, maar ook voor garnalen, krabben en vele vissoorten.4
Meaning of