Betekenis van
Deltawerken: Waterbouwkundig project ter beveiliging van het zuidwestelijk gedeelte van Nederland tegen overstromingen. De aanleiding hiervoor was de watersnoodramp van 1953. Onderdelen van de werken zijn de stormvloedkering Hollandse IJssel (1958), de Haringvlietdam met sluizen (1971), de Brouwersdam (1972), de Grevelingendam (1965), de Volkerakdam (1969), de Veerse-Gatdam (1961), de Zandkreekdam (1960) en de verhoging van de dijken langs de Nieuwe Waterweg en de Westerschelde. Deze laatste twee konden niet afgedamd worden vanwege de scheepvaart naar respectievelijk Rotterdam en Antwerpen. Ook in de Nieuwe Waterweg wordt een stormvloedkering aangelegd, die eind 1997 gereed moet zijn. Wat betreft de Oosterschelde werd in 1976 definitief besloten tot de aanleg van een pijlerdam met schuifdeuren en stormvloedkering, zodat de getijbeweging behouden zou blijven. Men gaf hieraan op grond van milieu-aspecten de voorkeur, ondanks de hogere kosten. Daardoor werd het wel noodzakelijk de Oester- en Philipsdam (1989) aan te leggen, om zo een getijdevrije scheepvaartroute via het Schelde-Rijnkanaal mogelijk te maken, de vervuiling van de Oosterschelde via dit kanaal te beperken en de oesterteelt te behouden door een scheiding van zoet en zout water. Men verdeelt de dammen wel in primaire dammen en secundaire dammen. Door de Deltawerken is de kustlijn met ca. 700 km verkort. De bereikaarheid en de waterhuishouding van het gebied zijn verbeterd. Vooral de verbetering van de zoetwaterhuishouding moet genoemd worden: het binnendringen van zout water via open zeegaten en kwelstromen is grotendeels beperkt. De recreatiemogelijkheden zijn aanzienlijk vergroot. Een nadeel is het verdwijnen van een gedeelte van de schelp- en schaaldierenteelt, hoewel dat door het behoud van de getijbeweging in de Oosterschelde nog meevalt. De totale kosten van de Deltawerken beliepen meer dan 10 miljard gulden, waarvan de Oosterscheldedam 8 miljard voor zijn rekening nam.4
Meaning of